Geschiedenis van de wiskunde

By hesterp
  • Period: 3000 BCE to 1000 BCE

    Egypte

    Door het ontstaan van centrale overheden, ontstond de behoefte om zaken bij te houden. Met de komst van een schrift, begon ook de wiskunde te ontstaan. Scribenten waren de personen die in dienst van de overheid bepaalde wiskundige problemen moesten oplossen. In Egypte werkten deze scribenten met een tientallig getalstelsel. De berekeningen werden door middel van optellen uitgevoerd.
  • 2000 BCE

    Het Egyptische getalsysteem

    Het Egyptische getalsysteem
    Tussen 3000 voor Christus en 1000 na Christus bedachten de Egyptenaren een systeem om getallen op te schrijven. ze gebruikten hiervoor hiërogliefen: plaatjes waarbij elk plaatje voor een waarde staat. Het noteren van getallen is dus al heel oud en na het oude Egypte zijn er veel veranderingen geweest binnen de getalsystemen tot het getalsysteem zoals we dat nu kennen.
  • 2000 BCE

    Sexagesimaal talstelsel

    Sexagesimaal talstelsel
    2000 jaar voor Christus gebruikten de mensen in Mesopotamië
    het Babylonische talstelsel. Ze gebruikten een kleitablet met een spijker om zo de getallen te schrijven. Bijzonder aan dit stelsel was dat de plek van elk teken een bepaalde waarde had. Sexagesimaal staat voor 60-tallig. Dit betekende dat 1 spijker, voor 1 kon staan maar ook voor 60. Dat gaf wel eens verwarring. Toch maken we nog steeds gebruik van dit getalstelsel, namelijk bij de tijd en het meten van hoeken.
  • Period: 2000 BCE to 1000 BCE

    Mesopotamië

    Wiskunde uit Mesopotamië is goed bewaard beleven doordat men met spijkerschrift schreef op kleitabletten. Babyloniërs rekenden met een sexagesimaal getalstelsel (grondtal 60). Een spijker stond voor het getal 1 en een wig voor het getal 10.
  • Period: 1000 BCE to 750

    Griekse wiskunde

    De Griekse wiskunde kenmerkt zich door een sterke toewijding aan logisch redeneren en bewijzen. De focus werd niet langer gelegd op praktische problemen. Het gebied waar de Griekse wiskunde werd bedreven omvat een groot deel van het Middellandse zeegebied. Griekse wiskundige hadden een sterke interesse voor meetkunde.
  • Period: 1000 BCE to 1500

    India

    Hoewel in India al eeuwen wiskunde werd bedreven. Kwam omstreeks 400 n. Chr. de Indiase wiskunde in opmars. India heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de goniometrie, door te werken met halve koorden (later sinus). Daarnaast werd er al gewerkt met negatieve getallen: positieve getallen waren bezittingen, negatieve getallen schulden. Ook zijn zij de grondlegger van ons decimale getalstelsel.
  • 500 BCE

    Pythagoreïsche Broederschap

    Pythagoreïsche Broederschap
    Pythagoras kennen we natuurlijk van zijn stelling: in een driehoek met een rechte hoek, geldt dan dat de som van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden gelijk zijn aan het kwadraat van de lengte van de schuine zijde. Maar Pythagoras was ook de stichter van dit geheime verbond. Ze zagen geheime betekenissen in getallen en symbolen. Het pentagram was hun symbool, dit stond voor hun saamhorigheid. Ook zagen ze verbanden tussen verhoudingen van getallen en muziek.
  • 387 BCE

    Platonische veelvlakken

    Platonische veelvlakken
    De Grieken waren geobsedeerd door symmetrie. Dit is te zien in hun bouwwerken, maar ook in de wiskunde hielden ze zich er mee bezig. Plato was de eerste die hierover schreef. Er bestaan namelijk maar vijf regelmatige veelvlakken. Kenmerkend voor een regelmatig veelvlak is dat in elk hoekpunt even veel vlakken samenkomen. En daar zijn er maar vijf soorten van! Dit zijn de tetraëder, hexaëder, octaëder, dodecaëder en icosaëder.
  • 300 BCE

    Euclides

    Euclides
    Euclides is een belangrijke persoon geweest op het gebied van vlakke meetkunde. Hij verzamelde eerdere Griekse wiskunde en vulde dit waar nodig aan en kwam tot zijn meesterstuk: de Elementen. Dit werk bestond uit dertien delen, en bevatten stellingen welke bewezen werden. Een belangrijk bewijs is het "windmolenbewijs". Euclides bewijst daarmee de Stelling van Pythagoras.
  • 100 BCE

    (Chinese) breuken

    (Chinese) breuken
    Breuken komt van het werkwoord: breken. Als mensen moesten nadenken over het deel van iets, dan braken ze dat 'iets' in stukken, en telden ze de stukken. De Chinezen begonnen met de eerste notatie van breuken wat lijkt op die van ons. Ook het optellen en vermenigvuldigen van breuken deden zij als hetzelfde als wij nu doen.
  • Period: 600 to 1500

    Arabische wiskunde

    In het jaar 750 na Christus was het Islamtische Rijk uitgebreid vanaf het westen van India tot gedeeltes van Spanje. De Abbasieden kwamen aan de macht en ze stichtten een nieuwe hoofdstad, Bagdad. Er werden veel Griekse en Indiase wiskundige boeken naar Bagdad gebracht, die vertaald konden worden, waardoor een nieuw wiskundig tijdperk aanbrak.
  • 665

    Brahmagupta

    Brahmagupta
    Brahmagupta was een Indiase wiskundige, die in staat was om met negatieve getallen te werken. Dit was heel bijzonder voor die tijd, want eigenlijk werd er alleen gewerkt met positieve getallen. Hij zag negatieve getallen als schulden en positieve getallen als bezittingen. Daarnaast gebruikte hij nog een belangrijk begrip: de 0. Een kleine cirkel diende eerst vooral als plaatshouder, maar Brahmagupta ging de nul (de afwezigheid van een hoeveelheid) zien als een getal waar gerekend mee kon worden!
  • 800

    Muhammed ibn Musa Al-Khwarizmi

    Muhammed ibn Musa Al-Khwarizmi
    Al-Khwarizmi is een Arabische wiskundige die actief was in het midden van de negende eeuw. Hij schreef een aantal boeken die belangrijk zijn geweest in de wiskunde. Eén van de belangrijkste boeken is het boek: Al-jabr w'al-muqabala (rond het jaar 825). In dit boek gaat het onder andere over het oplossen van kwadratische vergelijkingen. De woorden 'algoritme' en 'algebra' hebben we aan Al-Kwharizmi te danken.
  • Period: 900 to 1500

    Middeleeuws Europa

    Rond de tiende eeuw begon men zich weer bezig te houden met onderwijs. Veel Europese geleerden kwamen in de eeuwen daarna naar Spanje. Joodse geleerden konden het Arabisch vertalen naar een gemeenschappelijke taal en die taal werd vervolgens overgezet naar het Latijn.
  • 1200

    Leonardo van Pisa (Fibonacci)

    Leonardo van Pisa (Fibonacci)
    Leonardo van Pisa kennen we beter als Fibonacci. Hij was de zoon van een handelaar en doordat hij samen met zijn vader op veel Arabische plekken kwam waar ze werkten met Hindoe-Arabische cijfers (de cijfers zoals we ze nu kennen) heeft hij ervoor gezorgd dat deze cijfers naar Europa kwamen.
  • Period: 1400 to

    De 15e en 16e eeuw

    Vanaf de vijftiende eeuw begonnen de Europeanen navigatie te ontwikkelen. Hierdoor konden ze verder reizen en ze namen de Europese cultuur mee. Het oplossen van technische navigatieproblemen werd hierdoor ook steeds belangrijk. Astronomie en goniometrie waren daar bij nodig. Ook algebra bleef een belangrijk aandachtspunt.
  • 1580

    Het woord 'wiskunde'

    Het woord 'wiskunde'
    Dat wiskunde wiskunde heet hebben wij te danken aan Simon Stevin. Stevin vond Nederlands een mooie taal voor de wiskunde en bedacht allemaal Nederlandse woorden voor wiskundige termen. Het woord 'wiskunde' komt van 'wis' en 'konst' en betekent: 'de kunst van het zeker weten'. In andere landen vind je afleidingen van het Griekse woord 'máthèma'.
  • Period: to

    De 17e eeuw

    In de zestiende en de zeventiende eeuw staat de algebra centraal. Wiskundigen zijn op dat moment erg bezig om te ontdekken hoe ze algebra willen opschrijven. Het begon met woorden, maar er zijn steeds meer en verschillende symbolen bij gekomen tot de symbolen die wij nu nog steeds gebruiken.
  • René Descartes

    René Descartes
    Descartes heeft veel betekent voor de wiskunde. In zijn boek La Géometrie introduceerde hij de notatie voor algebra die wij nog steeds gebruiken. Hij gebruikte de letters aan het einde van het alfabet als variabelen en de letters aan het begin van het alfabet gaven constanten aan. Ook is Descartes de grondlegger van ons assenstelsel (coördinatenstelsel). Er was alleen 1 groot verschil met nu: het bestond alleen uit de horizontale as en positieve waarden.
  • Procenten

    Procenten
    In de vijftiende en zestiende eeuw werd er door geldverstrekkers gebruik gemaakt van rentetarieven. Deze tarieven drukten ze als honderdsten uit. Dit werd door de jaren heen steeds korter geschreven: eerst per 100, toen als breuk met rechte streep waarbij de noemer en teller 0 waren, en tot slot als breuk maar dan met een schuine streep: 0/0. Wat we tegenwoordig nog steeds gebruiken.
  • De eerste rekenmachine

    De eerste rekenmachine
    In de wiskunde werd al langer gebruik gemaakt van hulpmiddelen om te rekenen. Maar de eerste echt machine werd gemaakt door Blaise Pascal rond 1650. Deze machine, de Pascaline, kon getallen optellen en aftrekken.
  • Period: to

    De 18e eeuw

    In de achttiende eeuw begon de wiskunde steeds ingewikkelder te worden. Er zijn in die periode uitvindingen gedaan zoals we ze nu nog steeds kennen. Sommige personen en uitvindingen kennen we nu vanuit de natuurkunde, maar in die tijd was er nog geen verschil tussen natuurkunde en wiskunde. Een voorbeeld van zo'n persoon is Newton.
  • Het getal pi

    Het getal pi
    Het getal pi (π) werd al gebruikt in het oude Egypte aan de hand van een cirkel. Het heette toen uiteraard nog geen pi. Hoe verder je komt in de geschiedenis, hoe nauwkeuriger het getal pi wordt. Johann Lambert bewees rond 1765 dat pi een irrationaal getal was en dat pi dus niet te schrijven is als een breuk maar een oneindig aantal decimalen heeft.