Kunstgeschiedenis

  • 800 BCE

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    Vanaf 1000 vC. tot de 8e eeuw vC. werd de (archaïsche) geometrische stijl toegepast. Deze kenmerkt zich door:
    - symmetrie
    - mens- en dierfiguren werden afgebeeld als vereenvoudigde, gestileerde silhouetten
    - zwarte figuren
  • 800 BCE

    Beeldhouwkunst (AS)

    Beeldhouwkunst (AS)
    Archaïsche kenmerken:
    -Deze beelden hebben nog een statische en frontale houding
    -de lichaamsvormen werden met lijnen aangegeven
    -ze hebben een strakke glimlach
  • 800 BCE

    Bouwkunst (AS)

    Bouwkunst (AS)
    de tempels bij de Grieken waren om de goden te eren. in de archaïsche stijl had je de Dorische pilaren die simpel zijn. ze lopen uit van smal naar breed. en hebben geen versiering in op het kapiteel.
  • 800 BCE

    Chaos

    paleizen werden verwoest en verlaten. ook kwam er een periode van volksverhuizingen, chaos en ontwrichting in het oostelijke deel van de Middellandse zee
  • 800 BCE

    Bouwkunst (R)

    Bouwkunst (R)
    De Romeinen gebruikten, in tegenstelling tot de Grieken, baksteen en natuursteen voor hun gebouwen.
    Ook keken ze niet naar de schoonheid van een gebouw maar naar het nut en de gebruikswaarde ervan.
    De Romeinen hadden kennis van gewelfbouw en ontwikkelden ze tongewelven verder tot de kruisgewelven, die uiteindelijk leidde tot de ontwikkeling van koepelgewelven.
  • 800 BCE

    Mythologie (AS)

    Mythologie is een belangrijk onderdeel in de Griekse cultuur. De religie van de Grieken en Romeinen uit de Klassieke Oudheid was gebaseerd op verhalen over de Godenwereld. Er was sprake van polytheïsme: geloof in meerdere goden.
  • Period: 800 BCE to 500 BCE

    Archaïsche stijl (Griekse Oudheid)

  • Period: 753 BCE to 476

    Romeinen

  • 750 BCE

    Ontwikkelingen

    in de tijd van de Grieken was er een grote ontwikkeling van de filosofie, wetenschap en literatuur.
  • 501 BCE

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    In de 5e eeuw vC. verbeterde de techniek, en ontstond de roodfigurige stijl
    - De silhouetten van de figuren werden uitgespaard, maar de details werden na het bakken met een fijn penseel ingevuld: dit liet een grotere precisie toe dan bij de zwartfigurige stijl.
    - de motieven en voorstellingen bleven dezelfde als bij de zwartfigurige stijl.
    - Ook hier werd de lichaamshouding steeds natuurgetrouwer uitgebeeld. Men gebruikte ook witte klei, met name om de huid van vrouwen weer te geven.
  • 501 BCE

    Beeldhouwkunst

    Beeldhouwkunst
    Klassieke kenmerken:
    -het algemene schoonheidsideaal werd weergegeven
    -er was sprake van harmonie tussen spanning en ontspanning
    -het beeld kon van alle kanten bekeken worden
  • 501 BCE

    Bouwkunst

    Bouwkunst
    De Ionische bouwstijl is slanker en fijn versierd.
    -de cannelures zijn dieper en zijn bovenop iets afgevlakt, waardoor de zuil nog slanker lijkt
    -kenmerkend zijn het basement en
    de spiraalvormige voluten aan het kapiteel
    -Bij de Ionische orde is de fries doorlopend versierd met beeldhouwwerk in reliëf. Er is hier een voorstelling te zien, van bijvoorbeeld een processie ter ere van de God of Godin.
  • Period: 500 BCE to 350 BCE

    Klassieke stijl (Griekse Oudheid)

  • 350 BCE

    Schilderkunst

    De hellenistische schilderkunst werd gekenmerkt - net zoals de beeldhouwkunst - door een grote levendigheid en individualiteit.
  • 350 BCE

    Bouwkunst

    Bouwkunst
    De latere Corintische bouwstijl (ook wel: Korintische) is eigenlijk een variant op de Ionische. Het verschil zit hem voornamelijk in het rijk gedecoreerde kapiteel met acanthusbladeren. De architecten konden de tempels wel steeds hoger bouwen, met slankere zuilen.
  • 350 BCE

    Beeldhouwkunst

    Beeldhouwkunst
    Hellenistische kenmerken:
    -meer individualisme, portretten
    -veel emotie en beweging: complexe theatrale beelden
    -de dynamische beelden stonden vaak tegen een steunpunt, om het stabieler te maken
  • Period: 350 BCE to 50 BCE

    Hellenisme (Griekse Oudheid)

  • 200 BCE

    Inspiratiebron

    de Griekse Oudheid was een belangrijke inspiratiebron voor de kunst en bouwkunst van de Romeinen
  • 100 BCE

    Ingenieurs

    de Romeinen hebben vele wegen door heel Europa aangelegd: duizenden kilometers aan wegen, bruggen, tunnels en verdedigingsmuren die allemaal naar het Romeinse rijk leidde.
  • 20 BCE

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    Deze stijl herken je door de imitatie van gekleurde marmeren platen die het laten lijken dat de wand is bedekt met marmer
    De schildering van marmeren platen wordt in deze stijl gecombineerd met zuilen. Zo ontstaat de illusie dat men naar een verder liggende ruimte kijkt
    Later gaat de afsluitende dwarswand ook naar beneden en wordt erboven een uitzicht op een achterliggende zuilenhal geschilderd. De architectonische elementen worden opgesierd met ornamenten als theatermaskers en metalen vaatwerk
  • 64

    Christenenvervolging

    er brak in 64 na Chr. een brand uit en gaf keizer Nero de schuld aan de christenen, hierdoor volgden de christenenvervolging
  • 127

    Beeldhouwkunst

    Beeldhouwkunst
    Romeinen streefde tijdens de republiek naar realisme.
    In de Romeinse wereld werden keizers of vroegere magistraten en generaals vaak afgebeeld met een hoge graad van ongenadig realisme,
    Mannelijke figuren komen vaker voor dan vrouwelijke, alhoewel uit de periode van de Flavische keizers ook vrouwenportretten met een zeer geraffineerde weergave van het kapsel bewaard zijn.
  • Period: 300 to 1000

    Byzantijnse en vroegchristelijke kunst (Middeleeuwen)

  • 301

    Volksverhuizingen

    mensen gingen op zoek naar een beter bestaan.

    -traditionele gewoonten (folklore) en heidense gebruiken werden ‘verchristelijkt’.
    -Vanuit de kloosterorden ontstonden de eerste universiteiten. Die richtten zich op het verklaren van de schepping als een volmaakt, kloppend systeem.
  • 301

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    Op de foto is een fresco te zien. Dit is een schildertechniek waarbij de verg direct op natte kalk word aangebracht.
    Bij de schilderkunst is de vormgeving eenvoudig, figuren worden afgebeeld met duidelijke contouren, expressieve ogen en gebaren.
  • 301

    Beeldhouwkunst

    Beeldhouwkunst
    Van de vroegchristelijke beeldhouwkunst is weinig bewaard gebleven.
    -Weinig vrijstaande beelden, vooral reliëfs op sarcofagen.
    -De figuren op reliëfs zijn schematisch weergegeven, maar de gelovigen weten wie wordt voorgesteld: Christus, Judas of Petrus. We herkennen ze aan hun attributen.

    -Naakte figuren waren taboe, de figuren dragen (lange) gewaden.
    Ivoorsnijkunst
  • 313

    Bouwkunst

    Bouwkunst
    De vroeg-christelijke basiliek bevat drie delen:
    1. een atrium of voorhof (met open zuilengangen) en/of een narthex
    2. een schip met twee zijbeuken
    3. aan de oostkant een halfronde apsis die het gebouw afsluit.
  • 701

    Kruistochten

    Karel de Grote was de leider van de eerste kruistocht en ging naar Noord-Spanje. ze hebben moslims veroverd. ze zijn nooit tot Santiago gekomen maar heeft wel een groot deel van Noord-Spanje veroverd.
  • 701

    Bedevaart of pelgrimstochten

    Bij het Christendom hoorde de heiligenverering. Door het maken van een bedevaart kon men hopen op genezing, of een aflaat verdienen: de straf voor je zonden, waarvoor je na je dood moest boeten, werd dan kwijtgescholden. Gezien de ideëen die men had over de straffen voor je zonden na je dood (in de hel) was dat erg belangrijk. Hoe groter de aflaat die je met een bedevaartstocht kon verdienen, hoe aantrekkelijker het was om naar zo’n bedevaartsplaats te gaan.
  • 1000

    Romeinse bouwstijl

    de Romaanse kunst is ontwikkeld uit de Romeinse bouwstijl
  • Period: 1000 to 1200

    Romaanse kunst (Middeleeuwen)

  • 1050

    Boeken

    in de kloosters zaten monniken die boeken met de hand kopieërde omdat zij de enigen waren die konden lezen en schrijven
  • 1100

    Bouwkunst

    Bouwkunst
    -steunberen
    -rondbogen
    -vlakke plafonds, of tongewelven
  • 1100

    Kloosters

    in de 11de en 12de eeuw was er een groei van het aantal kloosters die leidde tot de kunstzinnige bedrijvigheid
  • 1100

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    -Fresco’s in kerken en kloosters op muren en plafonds
    -Miniatuurschilderkunst in manuscripten / versierde beginletters, initialen
    -Geen realisme zoals in de oudheid. duidelijke contouren en levendige kleuren. nauwelijks licht/ schaduw of stofuitdrukking. kledingplooien zijn met lijnen, veel overlapping voor ruimtelijkheid
  • 1145

    Beeldhouwkunst

    Beeldhouwkunst
    -Vrijstaande beelden zijn niet bedoeld om erom heen te lopen
    -Beeldhouwwerk was gepolychromeerd
    -Symbolische, verhalende uitbeelding van Bijbelse voorstellingen. Elk boogvormig portaal of timpaan beeldt één thema uit.
  • 1150

    Bouwkunst

    Bouwkunst
    er worden in de Gotische kunst veel technieken gebruikt
    -het kruisgewelf: hierbij leid het gewicht naar de 4 hoekpunten, deze 4 hoekpunten worden ook extra verstevigd
    -de spitsboog: de spitsboog voert de druk gerichter verticaal af
    -de pinakel: een kathedraal werd verstevigd met steunberen die aan de onderkant breder zijn, en verhoogd zijn met pinakels om de kracht van de steunberen te vergroten
    -luchtboog: resterende druk word via luchtbogen overgebracht van van de kruisgewelven naar steunberen
  • 1150

    kathedralen

    steden kregen meer grote kathedralen, het waren prestigeobjecten en elke stad wilde de grootste en mooiste kathedraal. Hier werd door generaties bouwmeesters, metselaars, steen- en beeldhouwers aan gewerkt. Schilders voorzagen de kerken van fresco's en altaarstukken met enorme afmetingen in een steeds realistischer stijl.
  • Period: 1150 to 1500

    Gotische Kunst (Middeleeuwen)

  • 1160

    economie

    de economie groeide en dit zorgde ervoor dat Europa in een verstedelijkte samenleving verandert. dit zorgt er ook voor dat de ruilhandel plaats maakte voor een geldeconomie.
  • 1300

    Beeldhouwkunst

    Beeldhouwkunst
    -Aanvankelijk ondergeschikt aan de architectuur: vaste iconografische programma’s
    -Ontwikkeling van de stramme, Romaanse 'pilaarfiguur' naar naar beweeglijke, sierlijke en los van de achtergrond komende figuren
    -Emoties worden uitgebeeld
  • 1310

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    Vroege gotiek:
    -Fresco’s en secco’s
    -Geschilderde panelen van altaarstukken
    -Effen, ondoorbroken gouden achtergrond
    -Veel symboliek in de voorstelling
  • 1400

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    Mensen gingen het menselijk lichaam beter onderzoeken zodat ze het lichaam precies konden schilderen.
    Er werd gekeken in welke maatverhouding bijvoorbeeld bladeren aan een boom bloeiden en hoe schelpenvormen werden ontwikkeld.
    Er word meer met wiskunde gewerkt, de getalsverhouding van de gulden snede kan bijvoorbeeld overal in de natuur gevonden worden.
  • 1400

    Wedergeboorte

    de renaissance begon in Italië waar veel resten uit de klassieke oudheid te vinden waren. kunstenaars hadden het gevoel dat de beschaving opnieuw tot leven kwam. de term renaissance betekend ook wedergeboorte
  • Period: 1400 to 1550

    Vlaamse primitieven (Middeleeuwen)

  • Period: 1400 to

    Renaissance

  • 1401

    Opkomst van het humanisme

    Humanisten bepleitten een terugkeer naar de Griekse en Romeinse teksten en een zuiveren beleving van het christelijke geloof
  • 1420

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    De opkomst van het humanisme waarbij ze terug gingen naar de zuivere beleving van het christelijke geloof en terug gingen naar de teksten van de Grieken en Romeinen
    De uitvinding van de boekdrukkunst kwam op waardoor er makkelijker boeken konden worden gedrukt,
    De ontdekking van de wereld.
  • 1427

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    Er werd in deze tijd veel olieverf gebruikt, de voordelen:
    -Het duurt lang voordat de verf is opgedroogd en hierdoor kunnen er veel aanpassingen gedaan worden
    -De kleuren zijn rijker en behouden dit ook na het drogen
    -Er kan makkelijk transparant gewerkt worden en hierdoor is het mogelijk om vloeiende overgangen te schilderen
  • 1427

    Olieverf

    er werd veel met olieverg gewerkt. ook werd er in ontwikkeld in hoe ze het met verschillende technieken konden gebruiken.
  • 1434

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    religieus tafereel
    gedetailleerd realisme
    schaduw word duidelijk aangegeven
  • 1435

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    emoties worden goed weergegeven
    heldere kleuren
    vloeiende overgangen
  • 1455

    Schilderkunst

    Schilderkunst
    religieuze eenheid wordt doorbroken: de reformatie
    er werd natuurwetenschappelijk onderzoek gedaan
    wedergeboorte van klassieke idealen
  • 1468

    Vlaanderen

    Vlaanderen werd een centrum voor Europese kunst.
  • 1500

    Wetenschap

    Tijdens de renaissance werd er veel met wetenschap gewerkt in de kunst.
  • 1566

    Beeldenstorm

    Burgers kwamen in opstand tegen de kerk en verwoestte alle beelden
  • Kennis

    mensen vluchtte uit hun eigen steden vanwege de reformatie, de vluchtelingen namen industriële en wetenschappelijke kennis met zich mee.
  • Period: to

    Gouden Eeuw (Barok noordelijke Nederlanden)

  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -elke kunstenaar legde een eigen kijk op het leven in het kunstwerk
    -de horizon in landschappen word verlaagd
    -subtiele emoties
  • Handel

    Amsterdam word het middelpunt van de wereldhandel
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -sterke nadruk licht-donker contrast
    -lagere horizon
    -de schilder legt zijn kijk van het leven in het schilderij
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -er worden dagelijkse taferelen realistisch uitgebeeld
    -de kunst was meer ingetogen en minder uitbundig
    -subtiele emoties
  • Vorming

    Rococo is ontstaan in Frankrijk en Italië reactie op de strenge classicistische barok van rond 1700
  • Period: to

    Rococo

  • Architectuur

    Architectuur
    -stijl komt van de natuur
    -er worden veel krullen zwier en lichte kleuren gebruikt
    -De rococo ontwikkelde zich uit de “Louis Quinze” stijl van het Franse hof.
  • Inspiratiebron

    De grootste inspiratiebron voor de Franse rococoschilders was de uitbundige stijl van de Vlaamse barokschilder Peter Paul Rubens. Er ontstond zelfs een vete tussen de aanhangers van Rubens, de zogenaamde 'Rubénistes', die kleur als het belangrijkste aspect van een schilderij beschouwden, tegenover de ‘Poussinistes’. De laatste groep dankt haar naam aan de Franse kunstschilder Nicolas Poussin, die 'classicistisch' schilderde.
  • Kunst van de burgers

    Men vond deze stijlen nu decadent, en teveel deel van de kerk en de aristocratie waar men steeds kritischer tegenover stond. Als reactie keerde men terug naar strenge, heldere en zuivere vormen.
  • ontstaan

    De stroming kwam op gang na archeologische vondsten die de belangstelling voor de oudheid opnieuw aanwakkerden. Bijvoorbeeld de vondst van Pompeii in 1748.Ook de belangstelling voor de uit de oudheid daterende restanten in Griekenland. Daarvoor was men voornamelijk geïnteresseerd in de Romeinse monumenten in Italië.
  • Mode

    mode was een groot onderdeel in de Rococo
  • Period: to

    Neoclassicisme

  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -vaak een diagonaal compositie
    -een speelse en verfijnde stijl
    -Wereldlijke thema's zoals festivals of pastorale scènes overheersten in het schilderij zodat het religieuze schilderij werd verbannen
  • Inspiratiebron

    Het woord classicisme of neoclassicisme wordt gebruikt voor de 18e en 19e eeuwse kunst die door de klassieke cultuur werd geïnspireerd.
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -in de schilderkunst worden veel pasteltinten gebruikt
    -de schilderijen hadden vaak een erotische sfeer
    -veel gebruikte kleuren zijn roze, wit, lichtblauw, lichtgeel, goud.
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -men koos voor heldere kleuren en eenvoudige compositie om de aandacht niet van de betekenis af te leiden.
    -veel aandacht voor lijn en tekening.
    -klassieke verhalen als voorstelling in eigen tijd.
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -er worden koelen kleuren gebruikt
    -de omgeving word koel en zakelijk neergezet
    -er word vakkundig met lichtinval omgegaan
  • Literaire beweging

    De Romantiek begon als een literaire beweging in Duitsland, Engeland en Frankrijk. Aan het eind van de achttiende eeuw (de eeuw van de Rede) kreeg men genoeg van de rationalistische manier van denken van de Verlichting en het academisch classicisme, waarin men voortdurend de oude klassieken probeerde te imiteren.
  • Beïnvloed

    de romantiek beïnvloedde muziek, kunst, literatuur. ook beïnvloedde het de filosofie en religie
  • Period: to

    Romantiek

  • onderwerpen

    Veel kunstenaars vluchtten met hun onderwerpen in het verleden of de toekomst, in exotisme, in fantasie, in de 'wilde', onbedorven natuur of koesterden een romantisch verlangen naar een onmogelijke liefde. Romantische kunstenaars nemen de vlucht uit de werkelijkheid soms letterlijk als een verlangen naar de dood (Sehnsucht), als verlossing uit het lijden.
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -romantische beleving van het landschap
    -natuur word geschilderd naar de gevoelens van de schilder
    -er word een middelperspectief
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -er word gekeken naar de realiteit van alledag
    -de dramatische/belangrijke gebeurtenissen worden verlicht
    -er wordt een licht donker contrast gebruikt
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -belangrijke dingen worden belicht.
    -de inhoud sluit aan met historische, fictieve of mythologisch verleden
    -veel overlapping gebruikt
  • Ontwikkelingen

    De toenemende ontwikkeling van de industrie, het leven in de grote stad, de maatschappelijke positie van de burgerij en de problemen van het gewone volk hadden hun weerslag op de kunst en kunstenaars.
  • Period: to

    Realisme

  • Europese revoluties

    In 1848 braken in veel Europese steden revoluties uit, als gevolg van de slechte economische toestand. Veel mensen waren werkeloos. Mislukte graan- en aardappeloogsten veroorzaakten hongersnood.
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -een actueel en sociaal thema
    -gerichtheid op de eigentijdse werkelijkheid
    -uitbeelding van arbeiders
  • Burgers

    Tijdens het Classicisme en de Romantiek was de burgerij het chique publiek voor kunst geworden. Dit had geleid tot de bouw van nieuwe ‘paleizen’ voor de burgers: musea, theaters en concertzalen.
  • Schilderkunst (neoclassicisme)

    Schilderkunst (neoclassicisme)
    -strenge eenvoudige compositie
    -koel, helder kleurgebruik
    -klassieke vormentaal
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -het moet bij de echte emotie en ervaring passen
    -schilderkunst liet gewone mensen in hun grauwe bestaan zien
    -de weergave was wel belangrijk
  • Schilderkunst

    Schilderkunst
    -uitbeelden van de waargenomen werkelijkheid.
    -men wil inzicht geven in de werkelijkheid van het leven, eigentijdse problemen, verhoudingen en gebeurtenissen van alle dag en uit alle sociale milieus uitbeelden.
    -onderwerpen met een sociaal karakter, alle sociale milieus
  • kenmerken expressionisme

    kenmerken expressionisme
    • Abstract
    • Heftig kleurgebruik
    • Grote contrasten
    • Grove penseelstreken
    • Vanuit het gevoel
    • Grote formaten
  • Abstract expressionisme

    Abstract expressionisme
    • abstract
    • expressionistisch:
    - heftig kleurgebruik
    - grote contrasten
    - grove penseelstreken
    • vanuit het gevoel
    • grote formaten -Action Painting
    -colourfield painting
    -Cobra
  • Period: to

    Expressionisme na WO2

    nadruk werd gelegd op het schilderen en niet op het resultaat.
  • Op Art en Hard Edge

    Op Art en Hard Edge
    Kenmerken van Hard Edge (1955-1969) • koel en onpersoonlijk • grote kleurvlakken, scherpe begrenzing tussen kleurvlakken • sporen van de vervaardigingwijze zijn niet of nauwelijks te zien • soms shaped canvas Kenmerken van Op Art (1962-1972) • non figuratief • suggestie van beweging en ruimte door kleurcontrasten en geometrische vormen • geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar
  • Op Art en Hard Edge

    Er zijn twee vormen van abstracte kunst: een met organische vormen en een met geometrische vormen. Parallel met het abstract expressionisme van Pollock en De Kooning en Cobra ontstonden er ook verschillende vormen van geometrisch abstracte kunst. Na 1951 werd dat nog consequenter in Hard Edge en Op Art gedaan. Alle post-painterly kunstenaars streefden naar een kunst die niets anders toonde dan de manier
    waarop t gemaakt was. Dat gold voor alle minimal painting stijlen als Op Art en Hard Edge.
  • Period: to

    Postmodernisme

  • Period: to

    neo-expressionisme

    kunststroming die gaat van 1970 tot 2000. Deze kunststroming hoort bij de hedendaagse kunst.
  • kenmerken neoexpressionisme

    kenmerken neoexpressionisme
    • herwaardering van het decoratieve
    • politiek engagement
    • literaire verwijzingen
    • invloed van massa- of subcultuur (graffiti, strips, etnische kunst)
    • eclecticisme
    • ironie, doelbewust schockeren, excentriciteit
  • vormgevig neo-expressionisme

    • subjectiviteit:
    Sterke emoties, zichtbaar in de grove of krachtige hanteringwijze: de kwaststreken zijn zichtbaar, druipsporen, dikke verflagen, vaak op groot formaat. Rauw. De ruimte-illusie kan worden doorbroken door tekens van emotionele betrokkenheid, met teksten of bloedspatten.
    Er wordt een beroep gedaan op het inlevingsvermogen van de beschouwer.
  • Voorstelling neo-expressionisme

    • autobiografische elementen, psychologie en symbolisme kunnen een rol spelen.
    Verbondenheid met het verleden (collectief of persoonlijk):
    • Allegorie en symboliek tonen trauma’s van WOII.
    • figuratie: vaak wel een gedeformeerde voorstelling in 'hevige' vormgeving.
    • verhaallijnen, literatuur, verwijzingen naar kunstgeschiedenis.
    • geheugen en geweten: niet de schoonheid is belangrijk, maar de 'waarheid'.
  • Die Neue Wilde/ De nieuwe wilde

    Die Neue Wilde/ De nieuwe wilde
    De nieuwe wilden’ is een aanduiding voor een stroming in de Duitse schilderkunst uit begin jaren '80.
    De nadruk word gelegd op het schilderen, vermengen van verschillende stijlen door elkaar. Stijlcitaat en stijlbreuk worden toegepast. Hun kunst kenmerkt zich door zware dramatiek, die in vitale en giftige kleuren op een spontane manier word toegepast. Ze schilderen een heroïsch en mythisch verleden van Duitsland: dus regionale kunst. Heftige emotie, persoonlijke ervaringen in felle kleuren.
  • Period: to

    Kunst van nu

    Dit is kunst die loopt van ongeveer 2000 tot het nu